Bij wegenbouwer Heijmans werken zes mensen fulltime aan innovaties. Zoals aan het Recoflex asfalt dat door het gebruik van kunststofvezels flexibeler wordt. Daarmee volstaat één laag ‘teren’ in plaats van de gebruikelijke drie. De slijtage verloopt niet sneller dan bij het tot nu toe gebruikte asfalt, aldus Heijmans.
Negentig procent van de Nederlandse snelwegen hebben een zoab-toplaag omdat regenwater daarin snel wegzakt. Nadeel is dat de open structuur eerder haarscheurtjes oplevert in het bitumen. Ook daar probeert Heijmans een oplossing voor te vinden. Het zogenaamde ‘zelfhelend’ asfalt zal volgens het bedrijf door de toevoeging van fijne staalvezels een verlengde levensduur krijgen van 20 tot 25 jaar. Als na bijvoorbeeld zeven jaar de eerste haarscheurtjes in het bitumen ontstaan, kunnen met een apparaat de staalvezels in het asfalt worden verhit. De bitumen rond de vezels smelt en de scheurtjes trekken dicht.
Een andere manier die het bedrijf onderzoekt om zoab te repareren, is Airjet Sealen. Door er een bitumenmengsel op te spuiten en dit vervolgens met een straalmotor diep in de openingen van het zoab te blazen, worden de scheurtjes gedicht zonder dat de holtes opgevuld worden. Overigens betreft dit een uitvinding die samen met VolkerWessels-dochter Latexfalt wordt uitgewerkt.
Om aan de duurzaamheidsvraag van opdrachtgevers tegemoet te komen, ontwikkelden verschillende wegenbouwers het ‘laagtemperatuurasfalt’. In plaats van de materialen voor asfalt tot 160 graden te verhitten om het goed te kunnen mengen, te transporteren en uit te walsen, gebruikt Heijmans schuimbitumen. Dat maakt een vermenging bij een lagere temperatuur van 105 graden mogelijk. Het levert circa 30 procent energiebesparing op.
De markt lijkt er nog aan te moeten wennen dat asfalt minder stoomt als het wordt aangelegd.
Bron: FD