Jubilerende 50-jarige Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) neemt steeds belangrijkere positie in onderhoudend Nederland in.
Uit het zojuist verschenen NVDO Onderhoudskompas blijkt dat de Nederlandse onderhoudsmarkt een omvang heeft van tussen de 30 en 35 miljard euro. Dit is ongeveer 4 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). De Procesindustrie heeft het grootste aandeel, Fleet, Food, Beverage en Farma zijn qua omgang de kleinste sectoren. De totale sector biedt werkgelegenheid aan zo’n 260.000 tot 300.000 onderhouds-professionals. Daarmee is ongeveer 4 procent van de werkzame bevolking in Nederland actief in de onderhoudssector.
Het eerste en inmiddels grootste onderhoudsplatform van Europa is er trots op deze achterban te mogen vertegenwoordigen. De pluriforme NVDO-achterban bestaat uit vertegenwoordigers uit de procesindustrie, chemie-, infra-, onroerend goed- en de Foodsector. Maar ook het regulier onderwijs, consultancy en overheden zijn aanwezig.
De jarige vereniging uit Houten laat dit bijzondere jubileum niet zomaar voorbij gaan. Dankzij de participatie van 50 organisaties, staan in 2013 diverse actuele onderwerpen op de agenda waarbij interactie met de gehele onderhoudsmarkt van groot belang is. De kick off daarvan vindt plaats op 6 maart 2013 in het toepasselijke TechniekHuys in Veldhoven met het Grote Asset Management Congres “De Kracht van Asset Management”. Gepresenteerd wordt de internationale publicatie European vision on asset Management. Een waardevol document dat in Europees EFNMS-verband word uitgegeven.
Als het gaat om de belangrijke (maatschappelijke) positie die Beheer en Onderhoud, Asset Management, vandaag inneemt, kan de jubilerende NVDO meepraten. Tot na de tweede wereldoorlog werd onderhoud uitgevoerd als problemen of storingen zich voordeden. Planning van onderhoud werd niet gedaan en beheersing van de situatie was niet populair. Correctief onderhoud was heel gewoon. Pas begin jaren vijftig raakten technische diensten ervan overtuigd dat preventief onderhoud wellicht een alternatief was. Werkzaamheden werden voortaan uitgevoerd op gezette tijden om grote storingen te voorkomen. Vanaf begin jaren ’60 werden de onderhoudswerkzaamheden geoptimaliseerd. De onderhoudskosten werden zo laag mogelijk gehouden en planning en werkvoorbereiding kregen steeds meer aandacht.
