Augmented Reality (AR) maakt een opmars in industrieel onderhoud. Wat is augmented reality eigenlijk precies, en wat is het verschil met virtual reality (VR)?
Augmented Reality wordt in het Nederlands ook wel aangevulde realiteit genoemd. Het principe van AR is even innovatief als simpel: het toevoegen van digitale projecties aan de bestaande, fysieke wereld.
Dat kan bijvoorbeeld door middel van een AR-bril, of via het scherm van een computer, smartphone of tablet. AR is bij het grote publiek veelal bekend van videogames en van innovatieve consumententoepassingen.
Denk daarbij aan de IKEA Kreativ app, waarmee IKEA-klanten meubels van het bedrijf op hun smartphonescherm in hun eigen huis kunnen projecteren.
Augmented reality versus virtual reality
Op het eerste gezicht lijkt augmented reality sterk op virtual reality (VR). Er zijn echter enkele belangrijke verschillen:
- VR creëert een totaal nieuwe, virtuele wereld, vaak zelfs inclusief audio. Er is dus geen sprake van toevoegingen aan de echte wereld, maar er is slechts een virtuele.
- Om gebruik te kunnen maken van VR, is er een VR-bril nodig, al dan niet in combinatie met een headset. Zo’n VR-bril omsluit het hoofd van de drager geheel en zondert hem of haar af van de buitenwereld. AR kan daarentegen ook zonder speciale bril worden toegepast, bijvoorbeeld via een computerscherm.
AR vormt zodoende een soort tussenstation tussen VR en de echte wereld. Daarom heet het ook wel extended reality (XR): digitale toevoegingen ‘verlengen’ de realiteit.
AR in industrieel onderhoud
AR wordt niet alleen toegepast in games en consumentenapps, maar ook in diverse industriële sectoren, waaronder de onderhoudssector. Zo schaalde ASML tijdens de coronapandemie zijn inzet van AR en VR al op naar 1.500 getrainde gebruikers wereldwijd, waarmee het zijn doorlooptijden voor onderhoud en reparaties aan chipmachines ingrijpend kon verkorten.
AR heeft bovendien zijn weg gevonden naar diverse trainingsprogramma’s in de industriële automatiseringstechniek. Met behulp van AR kunnen toekomstige monteurs sneller worden opgeleid, bijvoorbeeld door hen deels digitaal te trainen in het onderhouden van specifieke machines.