Industriële AI staat nog in de kinderschoenen, maar neemt in de komende vijf jaar een immense vlucht, voorspellen experts. Zij verwachten rond 2030 volledig autonoom functionerende AI-agents op de werkvloer in de fabriek, waar je als mens gewoon mee kunt praten om iets gedaan te krijgen. “Klikken en op knoppen drukken is er dan niet meer bij.”
AI is nu – zowel in de industrie als daarbuiten – nog iets wat je er actief bij pakt. Je opent ChatGPT of gebruikt een Copilot-functie. “Maar de AI-toepassingen van de toekomst zijn bijna onzichtbaar voor de eindgebruiker”, verwacht Andy Burton, Global Industry Director Manufacturing bij IFS, leverancier van enterprise-software. AI is inmiddels niet meer weg te denken bij het leveren van software-oplossingen voor industriële bedrijfen, en was dan ook het hoofdthema van het IFS Connect 2025-evenement in Den Haag. Verschillende IFS-experts en klanten lieten daar concrete industriële AI-oplossingen zien die AI écht tot leven brengen.
Efficiëntie, productiviteit, kostenbesparing en weerbaarheid
“Iedereen heeft het momenteel over AI, maar slechts een klein deel van de industriële bedrijven slaagt erin om het geïntegreerd in hun bedrijfsprocessen te gebruiken”, stelt Maggie Slowik, eveneens Global Industry Director Manufacturing bij IFS. “AI moet een integraal onderdeel van je totale proces zijn, niet iets wat je er zo nu en dan bij pakt. Dan kan het je echt helpen problemen op te lossen, bijvoorbeeld op het gebied van operationele efficiëntie, productiviteit, kostenbesparing of weerbaarheid.”
Maggie Slowik, eveneens Global Industry Director Manufacturing bij IFS tijdens de conferentie in Den Haag. | foto:IFS
“AI moet een integraal onderdeel van je totale proces zijn, niet iets wat je er zo nu en dan bij pakt.”
Eén van de typische uitdagingen in de industrie is het neerzetten van een effectieve predictive maintenance-strategie. AI is daarbij de sleutel tot succes, legt Slowik uit. “Je kunt oude machines vrij eenvoudig slim maken door sensoren aan te brengen, en moderne machines zijn standaard uitgerust met allerlei sensoren: IoT. Bedrijven hebben daarmee de beschikking over eindeloze bergen data, het nieuwe goud. Die bergen worden bovendien alsmaar hoger. Maar: wie gaat al die data bekijken, analyseren en vergelijken?”
Dat is waar industriële AI het verschil maakt en onmisbaar wordt voor moderne industriële partijen, ziet Burton nu al in de praktijk. “Stel dat je vijf dezelfde machines in je fabriek hebt staan, maar eentje maakt onder bepaalde omstandigheden net een ander geluid en verbruikt meer energie, dan merkt de onderhoudstechnicus dat niet zo gauw op. De machine doet namelijk gewoon z’n werk. Maar het duidt op iets abnormaals. Dankzij AI kun je dat opmerken en ernaar handelen.”
Belangrijk bij de implementatie van industriële AI is dat niet elke afdeling het voor zichzelf doet, maar dat het een collectief traject is. Alleen dan kunnen afdelingen elkaar helpen met het bereiken van doelstellingen.
“Terug naar het voorbeeld van die machine”, gaat Burton verder. “Stel dat de financiële afdeling elke maand met onverwacht hoge energierekeningen zit, en ze weten niet hoe het komt. Als je AI vanuit de data heeft opgemerkt dat die ene machine onder specifieke omstandigheden meer energie verbruikt, kan het onderhoudsteam wellicht de financiële afdeling helpen met het oplossen van dat probleem.”
Het mooie van AI is dat bedrijven hun data daarmee zo te gelde kunnen maken, legt Slowik uit. “De volgende stap is dat je als bedrijf straks live kunt zien hoe alle machines en andere assets in je fabriek functioneren. En dat op een begrijpelijke manier. De AI geeft je niet de ruwe data, maar zegt bijvoorbeeld: in die hoek van de loods staat een deur open die dicht zou moeten zijn, en dat heeft negatieve invloed op de prestaties van machine X.”
“Mijn advies is: ga iets met AI doen; als je stilstaat, loop je achter”
Machines voor het saaie werk, uitdagingen voor de mens
Gaat AI dan uiteindelijk banen overnemen van onderhoudstechnici? Die vraag krijgen Burton en Slowik maar al te vaak. Wat dat betreft hebben ze voor de onderhoudsprofessional goed nieuws. Burton: “De AI neemt vooral het saaie, repetitieve werk van je over. De planningen maken, de rapportages invullen en de data doorploegen. De mens is er straks hoofdzakelijk voor de uitdagingen: acteren op wat de AI heeft opgemerkt aan mogelijke optimalisaties, en voor de minder gangbare incidenten.”
Slowik voorziet daarom niet zozeer dat er in de onderhoudssector banen gaan verdwijnen, maar juist dat banen er gaan evolueren. “Binnen een jaar of vijf verwacht ik de eerste autonoom werkende AI-robots in de fabrieken. Naarmate we meer machines en processen aan IoT-netwerken koppelen en voorzien van AI, gaan we er meer en meer op vertrouwen. Dat veroorzaakt een sneeuwbaleffect, waardoor de ontwikkelingen elkaar versnellen.”
Met je hand op knoppen drukken en met je muis ergens klikken is er tegen die tijd niet meer bij, weet Slowik zeker. “Je praat en interacteert straks met AI-agents, en die AI-agent praat terug tegen jou. Maar de echte innovatie is wat we agentic AI noemen: systemen die niet alleen reageren, maar zelfstandig acties ondernemen om een doel te bereiken.”
Klinkt het allemaal nog futuristisch? Dat kan zijn, maar over een paar jaar is het doornormaal, voorspelt Burton. “Mijn advies aan elk bedrijf en iedereen in de industrie is dan ook: ga iets met AI doen, houd het simpel, en breid het vanaf dat startpunt uit. Als je stilstaat, loop je achter.”
