Tekst: Redactie Proces Media
Sensoren op treinen, rails, wissels en bovenleidingen zorgen ervoor dat spoorwegmaatschappijen hun onderhoud slimmer kunnen plannen, zodat er minder treinen uitvallen.
Tekst: Redactie Proces Media
Door sensoren op treinen en spoorweginfrastructuur te plaatsen kunnen OV-bedrijven hun onderhoud beter plannen. De sensoren meten de belasting op componenten en verstrekken informatie over de huidige staat. Het basisidee is dat de componenten dan alleen worden vervangen exact op het moment dat dat nodig is, in plaats van volgens rigide, door de fabrikant voorgeschreven intervallen of zelfbedachte onderhoudsconcepten.
“Treinen en spoorweginfrastructuur zijn zeer complexe systemen met immense onderhouds- en reparatiekosten”, zegt Markus Krippner, divisiemanager bij TÜV Rheinland InterTraffic. “Normale servicebeurten en noodzakelijke reparaties moeten zo efficiënt mogelijk verlopen en zo min mogelijk stilstand veroorzaken. Technische storingen zouden eigenlijk helemaal niet voor moeten komen.”
CBM brengt technische betrouwbaarheid en kostenefficiëntie bij elkaar, iets wat de gebruikelijke starre onderhoudsplannen van spoorwegbedrijven zelden doen. Met sensor-ondersteunde concepten voor condition-based onderhoud brengt TÜV Rheinland de behoefte van spoorwegbedrijven aan flexibiliteit en efficiëntie bij elkaar.
Continue monitoring maakt het mogelijk om technische storingen in een vroeg stadium te detecteren, uitval significant te verminderen en de beschikbaarheid van de vloot te verhogen. Daardoor wordt het voor spoorwegmaatschappijen veel makkelijker om hun kerntaak te vervullen, namelijk punctueel rijden met zo min mogelijk uitval door technische storingen. Dit komt de klanttevredenheid uiteraard ten goede.
TÜV Rheinland ondersteunt spoorwegbedrijven al zo’n tien jaar met diensten en meettechnologie. “We hebben veel technische expertise in de conditiemonitoring van kritieke componenten in rollend materieel en infrastructuur. Voor ons is het een logische stap om de meetgegevens te vertalen naar flexibele, kostenbesparende onderhoudsconcepten voor onze klanten”, legt Markus Krippner uit.
“Als je componenten continu bewaakt, kun je ze veilig gebruiken totdat ze hun onderhoudslimiet bereiken.” Een nulmeting in de overgangsfase laat zien dat treinen en infrastructuur met deze manier van onderhoud minstens zo betrouwbaar zijn als bij vaste onderhouds- en vervangingsintervallen volgens de specificaties van de fabrikant.
TÜV Rheinland heeft gekozen voor een modulaire benadering. Dat betekent dat een OV-bedrijf zelf kan kijken welke van de aangeboden diensten het wil afnemen en een pakket kan samenstellen dat precies voldoet aan de specifieke eisen en behoeften van het bedrijf. Dit geldt voor alle componenten, van de initiële haalbaarheidsstudies over een mogelijke CBM-introductie tot conditiemonitoring, inclusief gegevensopslag, draadloze gegevensoverdracht en visualisatie van resultaten in automatisch gegenereerde rapporten of dashboards.